Een obscuur onderkomen van de geheime dienst, een opslag voor wapens, of een schuilplaats voor gedeputeerden. Vooral in de jaren zeventig gonsde het van de geruchten over die vreemde betonnen kolos aan de Van Limburg Stirumweg in Oranjewoud. Ruim twintig jaar lager is de bunker van de Bescherming Bevolking (BB) een vergeten beschimmeld gebouw. De oprukkende technologie maakt de verbindingspost voorgoed overbodig.
STICHTING ORANJEWOUD HISTORIE
HET HUIS VAN DE BB GAAT OP SLOT
Zijn werkplek lag 5 meter onder het maaiveld. Elke eerste maandag van de maand daalde beheerder Henk Brul een trap af, liep door wat vertrekken, en nam plaats in een smal bemeten hokje. Daar haalde hij wat schakelaars over op een paneel. Een geluid dat nog het meest lijkt op dat van kaatsende biljartballen. Een zachte tik, 30 seconden pauze, en dan weer een tik. Na 2,5 minuut was het ritueel al voorbij. Henk kon het licht weer uitdoen.
Jarenlang klonken de luchtsirenes in Heerenveen, Oost- en Weststellingwerf, Opsterland, Achtkarspelen, Tytsjerksteradiel, en Smallingerland. Ze loeiden over kerkdaken, vogelnestjes, boten, en klotsend water.
Ouderen die de oorlog hebben meegemaakt kregen een rilling. Enkele koeien keken op, en een boer in Grou neuriede misschien mee. Maar de man die alles in gang bracht, hoorde niets. Alleen omdat er een metertje uitsloeg, wist Brul dat de sirenes het deden. ,,Ik heb ze een keer gehoord. Toen ik een dag vrij had, en hier iemand anders achter de knoppen zat.”
Brul heeft de schakelaar 1 september voor de laatste keer overgehaald. Het verouderde waarschuwingssysteem van mechanische sirenes heeft afgedaan en is vervangen door moderne elektronische speakers. De Alarmcentrale Friesland in Leeuwarden bedient het nieuwe systeem. Het sirenepaneel in de bunker in Oranjewoud wordt verwijderd, en daarmee komt er voor het complex definitief een ‘einde aan een jarenlange functie als verbindingspost. ,,Tja, ik moet de sleutel inleveren”, zegt Brul nuchter. ,,Maar het doet me niks, hoor. Het hoofdstuk is afgesloten.” De PTT is tegenwoordig eigenaar van het gebouw, waar het een mobiele telefooncentrale heeft ondergebracht.
Noodzakelijke schakel in rampenbestrijding
De bunker werd in 1966 gebouwd als noodzakelijke schakel in de rampenbestrijding. Het was een tijd waarin de wapenwedloop een hoogtepunt bereikte en de kranten een somber toekomstbeeld schetsten. ,,In feite worden de beveiligingssystemen steeds duurder. De volgende stap kan nauwelijks iets anders zijn dan wat de sciencefictionschrijvers al hebben voorzien (. .) namelijk dat de gehele mensheid moet gaan wonen en werken in schuilkelders”, aldus een Zweedse afgevaardigde op een ontwapeningsconferentie in datzelfde jaar.
De Bescherming Bevolking van de kring Heerenveen oefende kwistig op alle mogelijke grote en kleine catastrofes. Dr. Ir. Reinder Dijken, oud-adjunct commandant ABC (Atomische, Biologische en Chemische rampenbestrijding) had een vaste stek in de bunker. Daar berekend hij onder meer de hoogte van de radio-actieve straling. Hij herinnert zich een oefening met een “tactisch kernbommetje van 5 kiloton” dat op het vliegveld van Leeuwarden terechtkwam. “In de kern van de explosie was iedereen natuurlijk dood. Maar in de randgebieden konden we veel mensen redden.
Hoewel de bunker met de opheffing van de BB in 1986 grotendeels is leeggehaald, doet veel nog herinneren aan de oefeningen. In de commandokamer hangt een landkaart van plexiglas, die verlicht kan worden, en waarom alle grenslijnen van de kring zichtbaar zijn. Ook hangen er gekleurde plastic driehoekjes. Zwart betekent een grondexplosie, geel is een luchtontploffing, rood wil zeggen dat er radioactief stof (fall-out) neerkomt.
De gegevens over de ‘explosie’ kwamen de bunker binnen vanuit speciale posten in het gebied. Op torens stond apparatuur om de sterkte van de lichtflits en de radioactiviteit te meten, en om de positie van de explosie te bepalen. De BB had altijd vier man per post om te oefenen. “Wel wat veel”, zegt Dijken. “Maar in tijd van oorlog moet je ervan uitgaan dat mensen niet komen opdagen. Omdat ze daartoe niet in staat zijn, of gewoon door angst.”
Bij een ramp werden ziekenhuizen, politiebureaus, brandweer en andere diensten met elkaar verbonden door speciale ondergrondse telefoonlijnen. Ook werden berichten verzonden met behulp van een radiozender. Soms duurden oefeningen dagenlang, en was de bunker met veertig personen bomvol. Comfort was er genoeg, getuige de nog intact zijnde slaapzalen met twintig gevlochten rubberen matrassen. In de ruime kantine bereidde een vrouwelijke kok tijdens oefeningen een vermaarde stamppot andijvie. “Iedere BB’er wist dat die vrouw kon koken”, zegt Brul.
Bij oefeningen werd ook rekening gehouden met rampscenario’s in de stroomvoorziening. Als het net uitviel moest het aggregaat aan. Begaf de dieselmotor het, dan konden de BB’ers de fiets op. Dijken en Brug hebben de trappers zelf ook rondgedraaid. De vier pronkstukken staan nog altijd in de luchtbehandelingskamer. Ze drijven de ventilator aan die lucht van buiten aanzuigt door een grind- en zandfilter. In de bunker heerst er altijd een overdruk van 8 tot 10 milibar, zodat gifgassen niet binnen komen. De muren zijn 60 centimeter dik.
Raadselachtige plek en supergeheim
Tot ver in de jaren zeventig was de betonnen kolos voor omwonenden in Oranjewoud een raadselachtige plek. “Mensen dachten dat het hier supergeheim was”, zegt Brul. Bij rondleidingen zag hij verbaasde huisvrouwen de trap afdalen. “Eentje zei: “het is hier wel mooi, maar waar zijn de gordijntjes voor de ramen?” Anderen durfden niet eens naar binnen. Ze bleven bij de trap staan, toch een beetje claustrofobisch, denk ik.”
Sommige burgers waren er heilig van overtuigd dat de bunker overal bescherming tegen bood. Tijdens de Tsjernobylcrisis in 1986 kreeg Brul bezoek van twee echtparen. Op het radionieuws was verteld dat de spinazie op het veld niet deugde. De echtparen wilden in de bunker tegen ‘de radioactieve golf’ schuilen. Brul, die naast het complex woont, voelde echter weinig medelijden. “Ik had sportkleding aan, en zei: ‘ik ga ten nissen’. Toen zijn ze maar weg gegaan.”
Hij kan nu om het voorval lachen. – Algemeen wordt verondersteld dat er weinig valt te doen tegen radioactieve straling. Brul heeft in de bunker oude preventiefilmpjes gevonden. Burgers schuilen achter een boom, timmeren de ramen dicht, of zoeken dekking op zolder. Allemaal om zich te beschermen tegen een atoomexplosie. Tegenwoordig lijkt dat lachwekkend, maar volgens Dijken is het een hardnekkig misverstand om te denken dat er geen overlevingskansen zijn.
De bunker heeft enkele keren serieus dienst gedaan. Bij de sneeuwstorm van februari 1979 werden in Oranjewoud de verbindingen geregeld, en bij een van de twee treinkapingen in de jaren zeventig heeft de Mobiele Eenheid er twee weken gebivakkeerd. Was er iets ergers gebeurd, dan had de BB wellicht veel nuttig werk kunnen doen, denkt Dijken. Het bewijs daarvoor is al eens geleverd.
De oud-adjunct-commandant herinnert zich nog een wedstrijd rampenbestrijding tussen de BE-kringen van Nederland, in een bunker in Tilburg. Net in de zone waar de fall-out neerkwam, waren drieduizend burgers gewond geraakt na een aanval met brisantbommen. Een kwartier voor het einde van de oefening kwam de vraag of de BB het gebied in moest trekken om mensen te redden.
Dijken: “Uit mijn berekeningen bleek dat de dosis nooit meer kon zijn dan 30 röntgen per uur. Net veilig genoeg. Anderen wilden nog een paar uur wachten. Ik zei: stuur ze er maar heen.” Het bleek een gouden beslissing. Duizenden ‘gewonden’ werden gered. De BB uit Heerenveen zegevierde met vlag en wimpel.
Dankzij alle ondergrondse oefeningen in Oranjewoud.
DE BB-COMMANDOPOST IN ORANJEWOUD
Over deze vaart werden destijds goederen vanuit Leeuwarden naar het paleis van de Oranjes aangevoerd. Misschien kwamen zij ook zelf wel eens vanuit Leeuwarden per schuit naar Oranjewoud. Zo’n schip moest wel kunnen keren. Daar is een kom voor gegraven: ‘De Kom’.
Aan de overkant van deze kom heeft hotel-pension ‘De Kom’ gestaan. Het moet er een levendige boel geweest zijn, maar het logement is in 1965 afgebroken. Kommerlijk.
De Russen komen!
Op een deel van het terrein is direct na de sloop van het logement een BB-bunker aangelegd. Dik beton, zware deuren, ingegraven en met aarde bedekt. Het is één van de drie Friese commandoposten van de Bescherming Bevolking. Het was de tijd van de koude oorlog en de term “de Russen komen!” Er was destijds een organisatie opgezet van noodwachters, vrijwilligers en dienstplichtigen die in geval van nood mensen zou moeten kunnen bevrijden uit gebouwen, naar ziekenhuizen transporteren, evacueren, redden. Men was voorbereid op radioactieve, chemische en biologische dreiging en er was een netwerk van metingen om gevaren in het hele land te signaleren. De één vertrouwde op deze dienst, de ander had er zo z’n twijfels bij.
In de jaren 80 kwam er een andere landelijke organisatie voor de rampenbestrijding en werd de BB opgeheven en vanaf 1986 ontmanteld. De bunker bleef achter. We namen er een kijkje.
De kosten van de bouw werden in 1964 geraamd op f 359.000.
Tegenstelling
Als we bij het terrein aankomen, zien we een omrasterd, wat duister terrein met een bemost groot rood bord “verboden toegang”. Door het hek is een heuvel te zien waarop een grote antenne staat. Rechts daarvan verrijst een hypermoderne transparante villa, hoog op betonnen palen. Je kunt je bijna geen grotere tegenstelling indenken.
In de bunker
We kregen de gelegenheid om de bunker in te gaan onder leiding van de heer Rafaël Smid. We kwamen door zware ijzeren deuren binnen in een ondergronds gebouw met dikke betonnen muren. Het riep het gevoel op dat we in een andere tijd kwamen. Het meeste meubilair was weg, maar het is nog goed te zien dat men niets aan het toeval overliet. Er was ruimte voor het management en een kleine staf bij rampen. Slaap- en vergaderruimte, ruimte voor mensen die de situatie in de regio (in BB-jargon “de kring”) in de gaten hielden. Grote kaarten hangen nog aan de muur om de buitenwereld te overzien. Buiten “in het veld”, in een groot deel van ZO-Friesland, waren meetposten voor de registratie van gevaarlijke stoffen en windbewegingen. Via postvakjes tussen verschillende vertrekken kon intern informatie worden uitgewisseld. De tijd van schrijfmachines en ordners. Het is alsof je de nerveuze druk van gevaar binnen nog voelt.
De buitendeur is als een sluis uitgevoerd en zo ontworpen dat wie er wordt toegelaten eerst z’n door fall-out of ander gevaar besmette kleding kan uitdoen, douchen en omkleden. Er is een luikje voor de vervuilde kleding en er lag destijds een set kleding klaar. In geval van nood zou je het in deze bunker, zonder contact met de buitenwereld, twee weken moeten kunnen uithouden. Als in een ingegraven duikboot, een soort ruimteschip. Er is een eigen generator voor de stroom, water- en afvalwatervoorziening, voedselvoorraad. In de bunker zou in geval van gevaar een overdruk zijn, om vervuilde lucht buiten te houden. Mocht de grote DAF-stroomgenerator het begeven, dan was er een noodvoorziening voor de reiniging van lucht. Die voorziening werd aangedreven door drie apparaten die nog het meest op hometrainers lijken. We zijn een land van fietsers. De “hometrainers” zijn er nog. Aan alles is gedacht. Ook aan een nooduitgang, voor het geval de voordeur bijvoorbeeld door instorting versperd zou zijn. Zo was er destijds een interne telefooncentrale die met stekkertjes bediend werd. De toen gebruikelijke centrales waren te kwetsbaar voor elektrische spanningen in de lucht, spanningen die zich bij een atoomexplosie ongetwijfeld voordoen.
Huidige situatie
De BB-bunker in Oranjewoud is, net als die in Sneek, grotendeels leeggehaald. In Grou is de regionale en provinciale commandopost op aanvraag nog te bezichtigen in de grotere bunker die daar nog goeddeels intact is. We hebben ook daar even een kijkje kunnen nemen. Wie dat ook wil doen of zich verder wil verdiepen in dit stukje Nederlands erfgoed kan terecht op de site www.ncbb.nl. De voormalige BB-commandopost is nu eigendom van de KPN.