STICHTING ORANJEWOUD HISTORIE

Frits Klein

Interview met Frits Klein door ‘onze eigen master’ Benny Mulder voor Museum Willem van Haren.

Frits Klein, een veelzijdig Heerenveens kunstenaar. Veel van de door hem afgebeelde plaatsen zijn er nog, veel ook niet. De watertoren van Heerenveen bijvoorbeeld, die ondanks weerstand vanuit de Heerenveense bevolking werd afgebroken. Museum Willem van Haren heeft een groot aantal van zijn werken in bezit. Benny Mulder zocht hem op.

Frits Klein - graficus en kunstenaar

Christiaan Frederik (Frits) Klein is geboren op 12 december 1924 aan de Altenalaan te Oranjewoud (toen gemeente Schoterland), voelt zich in hart en nieren Heerenvener. Dat blijkt ook als ik hem vraag op welke manier we het vraaggesprek moeten voeren, in het Nederlands, Fries of Feensters? Resoluut is zijn antwoord: “In ut Feensters!’

Als schooljongen blijft hij veel te lang gefascineerd kijken naar de bouw van de nieuwe R.K. kerk en komt daardoor te laat thuis voor de middagmaaltijd. ‘Bist te laat, ga mar weer naar skool’, roept zijn vader en de jonge Frits zit die middag met een lege maag in de schoolbanken.

Op de Ambachtsschool raadt tekenleraar Postma (‘Wat was dat een fantastische man, daar heb ik eigenlijk alles van geleerd’) hem aan om door te gaan in het reclametekenen.

Frits Klein in zijn appartement aan de Hoflaan (Binnenweg). Januari 2015. Foto: Benny Mulder.

‘Ik was een kwajongen van een jaar of zestien toen ik mijn eerste werkje maakte, Siebenga’s molen aan de Kempenaerswyk ’. Grootte zo’n 40 bij 50 cm. en in het bezit van Museum Willem van Haren. In de oorlog maakt Klein vele tekeningen o.a. van de luisterpost van de NBS in het Nannewiid en van illegaal wapentransport. Dit tekenwerk uit de oorlog is allemaal verloren gegaan, maar dankzij zijn vriend Philippus Weijer (‘Toen de beste fotograaf fan ut noarden’) zijn foto’s van dit werk bewaard gebleven. Jan Spiekhout, commissaris van de Friese Pers, nam ze op in zijn boek ‘Sober & Solidariteit’.

O man, wat hev’ ik un boel leuke dingen metmaakt in myn leven!

Werken voor de Heerenveens Koerier

‘De zonderlinge avonturen van den Friesen jager Bokke Heidehipper en zijn dorpsgenoten’ is het stripverhaal dat Klein tekent voor de Heerenveense Koerier en dat in de jaren vlak na de oorlog grote bekendheid geniet in Friesland, met karakters als Minke Tsjoenster, Germ Bôle en Hielke Bonkefiker. Hoofdredacteur van deze krant (de latere Friese Koerier) Fedde Schurer heeft de jonge Frits dan in dienst genomen. ‘Mei him moast ik altyd yn kreas Frysk prate, daar kon ik ut nyt yn ut Feensters doen!’

Op zekere dag vraagt Schurer hem ‘in Frysk mansje’ te tekenen dat moet aangeven ‘wat foar waar it wurdt’. En zo ontstaat Gurbe, die vanaf 1952 tot op heden dagelijks in de krant staat. Als de krant, later opgenomen in de Leeuwarder Courant, besluit modernere technieken op tekengebied toe te passen, heeft Frits Klein daar niet zo’n trek in. Hij besluit zich meer bezig te gaan houden met het reclametekenen. Zo ontwerpt hij onder andere stands voor Batavus in de oude Amsterdamse RAI (‘met metershoge letters!’) en maakt hij voor boekhandelaar van der Vegt (Binnert Overdiep) de bekende tekening van de Heerenveense watertoren, die jarenlang op de verpakkingen van de boekverkoper zal prijken.

Reclamecampagne voor het Onderling Boerenverzekeringsfonds

Na zijn illustratieve werk voor de kranten ontpopt Klein zich als succesvol reclamemaker.

Na het verlaten van de krant wordt Klein ook benaderd door het Onderling Boerenverzekeringsfonds met het verzoek reclamestands te ontwerpen. Klein: ‘Dit was in feite de eerste grote reclamecampagne in Friesland’. Het wordt een groot succes, niet alleen voor Klein: ‘Un beste baas, oek altyd goed fan betalen’, maar ook voor de verzekeraars. Directeur Bierma rijdt elk jaar in een nieuwe en grotere auto. Hij nodigt Klein uit om met hem naar Diever te gaan, de reclamestand moet er hersteld worden en bovendien kunnen zij dan met hun dames genieten van het openluchtspel. ‘We komme aanriden en de poort gaat gelyk open en de aanwezige plysjes saluere. En as we ut theater binnenkomme gaan de mensen allemaal staan. En ut wurdt noch gekker, se beginne allemaal ut Wilhelmus te singen. We snappe der niks fan, tot een fan ons omkykt. Lope flak achter ons un hofdame én koningin Juliana!

Ook voor Wouda’s Zaden, het bekende tuindersbedrijf destijds gevestigd in Oranjewoud en later in Heerenveen, heeft Klein tal van prachtig geïllustreerde reclame-uitingen gemaakt.

Eén van de prachtige posters die de in Oranjewoud geboren graficus Frits Klein voor Wouda heeft gemaakt.

Als muziekhandel Klaas en Roelof van der Glas voor de Koninklijke Militaire kapel een grote concerttrom gefabriceerd heeft, roepen zij Frits zijn hulp in. Want op de trom moet het wapen komen van het Garde Regiment Grenadiers en de vraag aan Frits is: ‘Kenst do foar ons un ontwerp hierfoar make, mar pas op, der mag niks an mankeare!’ Wel dat kan Frits (‘der kwam echt goud en silver op!’) en als de trom klaar is mag hij (‘in de sondaagse klearen’) mee om hem bij het ministerie in Den Haag af te leveren. De man die open doet verzoekt de heren hem met de enorme trom te volgen. Trap na trap wordt beklommen en uiteindelijk doet de man een deurtje open van een klein kamertje met de woorden: ‘Zet u hem daar maar neer.’

De Heerenveense kunstenaar Frits Klein (1924-2016) heeft de opdracht gekregen om voor dit bijzondere gebouw een passend raam te ontwerpen. Het proces van ontwerp en uitvoering is destijds gelijk met de bouw opgestart in nauw overleg met de architect Ir. Ingwersen. Frits Klein heeft inspiratie gevonden in de Heidelbergse Catechismus: de figuraties stellen voor 'Ellende', 'Verlossing', 'Dankbaarheid'. Dat zijn de drie delen waaruit de catechismus bestaat. Een ultiem voorbeeld van protestantse symboliek. Het raam is monumentaal met zijn lengte van 25 meter. De techniek is glas in lood.

Frits Klein - glaskunstenaar

Frits Klein heeft ook veel met glas gewerkt.

Frits Klein heeft ook veel met glas gewerkt, zo maakt hij voor de gereformeerde kerk in Oudeschoot het circa 25 meter brede glas-in-loodraam en voor de firma Smilde (‘Ik liep as jonkje met Dirk Smilde naar skoal’) de fraaie ruiten, aangeboden door het personeel, in de hal van dit bedrijf. Ook het glaskunstwerk bij hotel Tjaarda is van zijn hand. Helaas is niet al zijn werk bewaard gebleven, de wandschilderingen in verpleegtehuis Blau Hûs worden door de volgende bewoner, ingenieursbureau Oranjewoud, klakkeloos overgeschilderd. ‘Die dingen gebeuren, kun je niks aan doen’, verzucht Klein.

Een van zijn eerste opdrachten komt van ijzerhandel Overdiep aan de Lindegracht; voor een huwelijkscadeau wordt hem (‘door de ouwe Overdiep’) gevraagd een schilderij te maken van Het Meer. Als in 1992 de toenmalige minister van financiën, de oud-Heerenvener, Wim Duisenberg in museum Willem van Haren een tentoonstelling opent, biedt hij het museum een geschenk aan. Het is een schilderij met daarop Het Meer, dat hij geërfd heeft van zijn tante. ‘Het is gemaakt door Frits Klein, maar die zal wel niet meer leven’, merkt Duisenberg op. Naast Klein, die in het publiek aanwezig is, zit begrafenisondernemer van der Zwaag die gelijk opspringt en roept: ‘Nou, hij zit hier anders springlevend naast mij!’

Bijna al zijn werk heeft Klein in bewaring gegeven bij Tresoar; bij hem thuis bewonder ik een prachtig getekend portret van zijn vrouw Ymkje Gerritsen; ‘we hadden ferkearing, ut was so’n moaie frou.’

Ymkje leeft niet meer, haar naam staat op een platte, ronde (‘teken van eeuwigheid’) grafsteen, ook ontworpen door Frits Klein.

‘Daarnaast kom ik.’

In de vroege morgen van dinsdag 19 april is Frits Klein overleden na een liefdevolle verzorging in Bos en Meerzicht te Oudemirdum

Frits Klein, schepper van Gurbe, overleden

Saskia van Westhreenen schreef een mooi In Memoriam in de LC van 21 april 2016:

Hij werd vooral bekend als tekenaar van Gurbe. Maar tekenaar Frits Klein uit Heerenveen was schepper van veel meer. Hij overleed op 91-jarige leeftijd.

Klein ontwierp logo’s voor Nieuwe Weme, de CAF en Batavus. Voor de fietsenfabriek tekende hij een poppetje met een knots dat verwees naar de Batavieren. Het was decennialang als logo in gebruik. Het poppetje stond in beeldvorm op de hoek voor de fabriek. Klein tekende vele boekomslagen, en de strip Bokke Heidehipper, geschreven door Geert Jonkman. Die boekjes werden vanaf 1947 uitgegeven.

In 1952 maakte hij zijn entree in de dagbladwereld. Weerman Hans de Jong en hoofdredacteur Fedde Schurer vroegen hem een Fries poppetje te tekenen voor bij De Jongs weerrubriek in de Friese Koerier. Het werd een wijs ‘boeremantsje’ met pet en pijp en op klompen. Op zaterdag 20 september 1952 figureerde hij voor het eerst op de voorpagina van de krant. Aanvankelijk had Frits Klein twintig verschillende poppetjes, voor elk weertype één. Inmiddels zijn er meer dan 150 verschillende ‘Gurbe’s’ in gebruik. Het boertje evolueerde. Hans de Jong gaf hem de naam Gurbe, tegen de zin van Frits Klein. Die vond het mannetje meer een Sibbele of een Feitse. Maar hij ging overstag.

In 1954 kreeg Gurbe gezelschap van Loltsje en ging hij voor het eerst praten; iedere dag een oneliner als commentaar op het nieuws. Zo bestaat hij tot op de dag van vandaag, op pagina 2 van de Leeuwarder Courant, het dagblad waarmee de Friese Koerier in 1969 fuseerde. In de loop der jaren kreeg Gurbe een auto, een luxere auto, een nieuw huis en zelfs een computer. Zijn commentaar op het nieuws bleef wat het was; soms scherp, dan weer gemoedelijk of plagerig. ,,Gurbe is van alle tijden’’, zei Klein daarover, in een interview in 2012.

Frits Klein leeft vooral voort in Gurbe en Loltsje. ,,Maar hij heeft zo veel meer gedaan’’, weet naaste neef Jos Polman. Vorig jaar stond zijn tekenwerk nog centraal op een expositie in het Frysk Lânboumuseum in Earnewâld. De tekenaar kreeg vorig voorjaar een beroerte die hem eenzijdig verlamd maakte. De laatste maanden woonde hij in Bos- en Meerzicht in Oudemirdum. Daar overleed Frits Klein dinsdagochtend vroeg, na een kort ziekbed. Het lichaam van Klein werd in Oudemirdum opgehaald door uitvaartverzorger Van der Zwaag uit Heerenveen. Polman: ,,Dat logo van Van der Zwaag, dat had oom Frits dus ook gemaakt.’’

Polman: ,,Gurbe zou zeggen: ‘It hat moai west’.’’

*

Benny Mulder – oud onderwijzer aan de Albertine Agnesschool, overleed helaas vier jaar na het interview, op 21 maart 2019.

*

Ook uw verhaal delen?

Graag! Uw bijdrage is zeer welkom. Neem contact met ons op.