Prins Bernhardweg 20

Keimpe Keimpema woonde van 1911 tot 1913 in het koetshuis op De Kom. Hij is dan nog arbeider, maar hij heeft grootse plannen: op ‘Den Nieuwen Straatweg’ (de huidige Prins Bernhardweg 20) wil hij een nieuwe woning bouwen, waarbij een bergplaats moet worden gebouwd voor de opslag van petroleum. Keimpema gaat petroleumverkoper worden! Keimpe had verstand van zaken, want hij was in 1902 al als stoker werkzaam bij de Gasfabriek te Heerenveen. We vinden uit die tijd een handgeschreven brief waarin medewerkers een ‘beleefdelijk  verzoek’ aan de Raad doen.

Hij dient bij de gemeente behalve een bouwaanvraag voor de woning, een bouwwaanvraag voor de berging, en dient tevens een verzoek in voor een hinderwetvergunning.

De buren aan Den Nieuwen Straatweg gaan echter niet zonder slag of stoot akkoord met de plannen van Keimpema, met name de aanvraag om een petroleumopslag te bouwen willen ze voorkomen of in elk geval tegen het licht houden. De heren W. van der Veen, brievengaarder te Oranjewoud, de bakker H. Jonkers en caféhouder J. Weener maken bezwaar tegen de opslag van maar liefst 2000 liter petroleum zo dicht bij hun woningen en bedrijven. Op 28 april 1913 volgt er een zitting op het gemeentehuis van Schoterland en wordt een PROCES-VERBAAL opgemaakt.

Toch keurt de gemeente na het horen van de bezwaren de aanvraag goed, o.a. op voorwaarde dat er geen 2000 maar 600 liter mag worden opgeslagen. Bovendien moet de berging een aan aantal bouwkundige zaken voldoen om de veiligheid te garanderen. Zie de hinderwetvergunning, afgekondigd den 6 Mei 1913. Keimpe Keimpema is nu ook volgens de wet ‘Petroleumboer’. De woning is nog geen twintig jaar oud als er op 14 maart 1932 een aanvraag wordt ingediend voor ‘het gedeeltelijk vernieuwen van de woning’.