In 1934 bouwt Gerrit Oord senior het pand aan ‘de Straatweg 179′ te Oranjewoud, waarin tevens een handel in en herstel van rijwielen en motoren was gevestigd, verbouwd tot lunchroom en wordt de noordzijde een veranda aangebouwd. Een bord met bovenstaand gedicht heeft jarenlang boven de ingang van de serre gehangen. Het gedicht is geschreven door de heer Noach, indertijd leraar aan de RHBS te Heerenveen.
In 1939 werd de zaal bijgebouwd en in 1958 volgde Gerrit junior zijn vader op. Toendertijd kende Oranjewoud vier horecabedrijven. Het dorp was echt een toeristische attraktie en trok veel dagjesmensen. Met name de grote speeltuin bij Tjaarda, het doolhof en de uitkijktoren Belvedere waren grote trekpleisters voor schoolreisjes uit het hele land. Vakantievieren zoals heden ten dag gebruikelijk is was er niet bij. Mensen trokken met het hele gezin op de fiets ergens naar toe en vertoefde daar zo’n hele dag.