STICHTING ORANJEWOUD HISTORIE

Herinneringen van Hendrik Mulder

Hendrik Mulder werd geboren aan de Heidelaan, woonde een tijdje in het ‘Zwitserse huisje’ en keerde later met zijn gezin terug in zijn ouderlijk huis aan de Heidelaan.

It Heideblomke

Een kleurrijk leven aan de Heidelaan.

Toen mijn vader Andries Mulder en moeder Hasseltje Koning zich in september 1946 verloofden vlak voordat vader als dienstplichtig militair naar Indië moest vertrekken, stond hen één ding voor ogen: “Als Andries terugkomt, willen wij trouwen en samen een toekomst opbouwen”.

Gelukkig kwam Andries ongedeerd uit Indië terug. De steigers voor de bouw aan de toekomst kwamen aan de Heidelaan op nummer 17 in Oranjewoud. In 1952 konden zij het huisje huren dat eigendom was van ‘baas Wouda’, de werkgever van vader, te weten Wouda’s Zaden.

Hasseltje Koning en Andries Mulder in 1946, toen ze zijn verloofd.

Het naastgelegen huis, nummer 15, werd gehuurd door vader zijn collega bij Wouda’s zaden, Martin Cuperus en diens vrouw Jannie Cuperus-Vreeken. De huizen waren omringd door grote stukken grond, die eveneens van ‘baas’ Gerke Wouda werden gepacht. Door op deze grond gewassen te verbouwen, kon een centje worden bijverdiend, wat een mooie bijkomstigheid was voor het jonge stel.

Het jonge echtpaar Mulder met de kleine Tineke op moeders arm.

Foto uit 1954, achter het huis genomen met moeder Hassel die zus Tineke op de arm heeft en vader Andries met hond Kees aan zijn voeten. Op de achtergrond is het huis aan de Heidelaan nummer 23 te zien, destijds bewoond door de familie Grasman.

Op de om het huis liggende bouwgrond werden door vader, maar ook door  buurman Cuperus, stokbonen verbouwd. De zaden van de bonen werden weer aan Wouda verkocht.

Het oogsten van de bonen in 1955.

Heidelaan 17 werd ``It Heideblomke``

Iedereen die het huisje aan de Heidelaan zag, kon aan de tuin zien dat stokbonen niet echt de liefhebberij van mijn vader was. Het duurde dan ook niet lang of er kwam een kleine broeikas achter het huis. Hier werden chrysanten gestekt, die vervolgens naast huis op de bouwgrond in perken werden geplant.

Ik weet niet hoe het kon, maar plots, in 1957, werd ik door een goedwillende ooievaar gedropt aan de Heidelaan nummer 17. Het was november en dus te koud om net als zusje Tineke eerder met moeder op de arm op de foto te gaan. Het zou tot 1967 duren, toen waren de weersomstandigheden warm genoeg om in het ontblote lijf op de kiek te gaan. Met het zelfde kleur haar als destijds hond Kees, dat dan weer wel, maakt kleine Henkie hier een lange neus naar de fotograaf.

De Heidelaan was destijds niets meer dan een laan, ik herinner mij de laan als een met puin verharde weg, waar weinig verkeer langs kwam en waar grote gaten en kuilen de begaanbaarheid bemoeilijkten. Op nummer 15 woonden buurman Marten Cuperus en buurvrouw “Jan” die ik buurvrouw Jaaaaaaaaaan noemde, omdat in haar stem haar Zaanse afkomst hoorbaar was. De familie Cuperus bestond verder uit de zonen Marlus en Paul Cuperus. De beide broers wierpen zich op als beschermelingen van mijn zus Tineke. Henkie noemde de beide buurjongens voor het gemak Malles en Palles. Tussen ons huis en het huis van de buren Cuperus bevond zich de grote tuin, ook wel ‘de Bouw’ genoemd, die voor de helft door buurman werd bebouwd en voor de helft door vader.

It Heideblomke in 1964

Tussen beide huizen liep, parallel aan de Heidelaan, over de bouw, een pad waarlangs de gemeenschappelijke waslijn gespannen was. Iedere doordeweekse ochtend, liepen dan wel buurvrouw, dan wel moeder over het pad naar elkaar om koffie te drinken. Dit hebben zij tot aan de pensioendatum van buurman volgehouden.

Aan de andere kant van ons huis, onder de kastanjebomen, stond een woonwagen. In de woonwagen woonden buurman en buurvrouw Bilijam (later makelaar te Heerenveen). Vader en Bilijam mochten graag (zee)vissen en ze gingen dan ook wel samen op de brommer van buurman Bilijam naar de afsluitdijk om te zeevissen.

Vader had naast bloemen en mijn moeder nog een hobby, hij was namelijk ook imker en achter ons huis stond tegen de sloot dan ook een bijenhok; een kapschuur waar enkele bijenkisten onder stonden. De bijen werden in het voorjaar tijdens de bloei, naar koolzaadgebieden gebracht. Omdat de Heidelaan niet goed begaanbaar was, moesten de bijenkisten naar de Prins Bernhardweg gebracht worden alwaar de vrachtwagen de kisten samen met de bijen van andere imkers naar de koolzaadvelden bracht. Om deze klus te kunnen klaren, leende vader een grote lange kruiwagen van buurman Johannes van Oosten. Buurman verplaatste de broeiramen op deze kruiwagen.

Op een van die tochten raakte het wiel van de geleende kruiwagen in een van de vele gaten in de Heidelaan. Vader raakte de macht over de kruiwagen kwijt, waarna de kruiwagen met twee kisten bijen over de zij kiepte en 14879233 bijen, gehuld met reiskoffer uit de omgevallen kisten ontsnapten en allen de terugreis naar het Heideblomke inzetten.

De verbouwing

It Heideblomke was weliswaar een knus gezellig huisje, het voldeed niet meer aan de eisen des tijds en dus werd baas Wouda gevraagd of er misschien verbouwd kon worden.

Een tekening werd gemaakt en een offerte voor de bouw van een nieuw huis op nummer 17 werd bij een aannemer opgevraagd. De offerte bedroeg maar liefst 44.000 gulden en dat was baas Wouda 88.000 pakjes zaad te veel.

Toen vader thuiskwam, schrok moeder enorm, want vader had ‘It Heideblomke’ gekocht van baas Wouda voor de lieve som van 18.000 gulden. “We gaan het zelf verbouwen”, zei vader en dus werd de hele familie gemobiliseerd.

Ondanks de verbouwing, was er nog steeds geen riolering. Als je heel hard kon lopen, kon je hetgeen je net gedeponeerd had in de Heidesloot zien drijven. Dat het ook andersom kon gaan, overkwam mijn moeder op zekere dag. Toen zij in de veronderstelling was het toilet voor haar zelf te hebben kreeg zij onaangenaam bezoek van een rat, die niet de weg door de wc-deur nam, maar vanuit de Heidesloot op bezoek ging de tegenovergestelde richting.

De ‘Muldertjes’ van ‘It Heideblomke’ op de foto. Dat moeder goed kon breien blijkt.

It Heideblomke in 1964 en in 1974, voor en na de verbouwing.

Het resultaat van de nieuwbouw.

Chrysanten

Na verloop van tijd begon het kweken van chrystanten vanuit de kleine broeikas vormen aan te nemen.

In het voorjaar begon het stekken van de Chrysanten in de kleine broeikas achter ons huis. Als de stekken wortel hadden geschoten werden op de naastgelegen tuin door vader de contouren uitgezet van de bloembedden, waar de chrysanten in werden geplant, met tussenliggende paden.

Totaal werden er tussen de 8000 en 12000 chrysanten op de ‘bouw’ naast ons huis geplant. De Chrysanten waren bedoeld voor de verkoop als snijbloemen.

Aan de rand van de bloembedden werden houten palen geslagen waar vervolgens gaas overheen werd gespannen, met grote vierkante gaten erin. Het gaas werd met de groei van de chrysanten opgetrokken, op deze wijze konden de bloemen door weer en wind niet stuk gaan, ook al werden zij topzwaar.

De chrysanten leverden snijbloemen, die aan huis werden verkocht maar ook met de bloemenhandelaar naar de markt gingen. De geplukte bloemen werden tot bossen samengesteld. En nee, de uiterst linkse dame is niet mijn zus, ik ben het zelf, haar broer.

Meer kwekerijen in Oranjewoud

Er waren in de periode 1940-1960 meer kwekerijen in Oranjewoud. Zo is mijn vader zijn carrière, voor hij als dienstplichtig soldaat naar Indië werd gestuurd, begonnen bij Van Eyck, de vader van de latere fotograaf Van Eyck, die destijds een kwekerij had op de hoek van de Lollius Ademalaan en de Koningin Julianaweg.

Aan de Heidelaan kweekte Grasman op nummer 23 groente en aan de Prins Bernhardweg zat tegenover de Emmalaan de kwekerij van Wouda, naar ik meen familie van Gerke Wouda van Wouda’s zaden.

Het was Jopie Wouda, de zoon van kweker Wouda, die mijn vader vroeg of hij belangstelling had om de broeikas van zijn vader over te nemen. De broeikas werd met man en macht afgebroken en voor een groot deel, 24 x 13 meter, weer opgebouwd achter ons huis aan de Heidelaan. (op de foto’s hierboven is de broeikas nog te zien)

De broeikas werd gevuld met allerlei planten en bloemen. Vader was er trots op dat hij nu vanuit het huis, door het hok, vervolgens de kleine broeikas, dan door de grote broeikas, door het bijenhok, het hele perceel in de lengte droog over kon steken. Het was duidelijk wat de bedoeling van vader was, als hij met pensioen zou gaan zou de broeikas vol staan met fuchsia’s; hij bezat bijna alle verkrijgbare soorten.

De bouwploeg in de pas gebouwde broeikas.
De opening werd gevierd door een “kasfeest” met livemuziek van Claudio Berry.
‘Andrioso’. De wijn van de Heidelaan.

Wijn van de Heidelaan

Een nieuwe hobby: Druiven!

Maar ondertussen was er ook een nieuwe hobby bijgekomen. Er groeiden druiven in de kas en vader was voornemens om hier wijn van te maken: “wijn van de Heidelaan”.

Na zich verdiept te hebben in het maken van wijn, kwam de productie op gang. Grote flessen met watersloten stonden te pruttelen in de kleine broeikas en in de kelder barsten de eerste flessen door gisting uit elkaar. Maar na enkele oogsten, werd duidelijk dat het vader ging slagen om zijn ‘Andrioso’ wijn te brouwen.

De hele familie werd er onder bedolven en heden ten dage er zijn nog steeds nazaten die nog in het bezit zijn van een echte ‘Andrioso’.

De winter van 1997

Herinneringen aan een van de laatste échte winters…

Het begon op oudejaarsdag 1978. De koude Oostenwind stond haaks op de Heidelaan. Regen werd ijzel en ijzel werd sneeuw. De wind joeg over de toen nog grote oppervlakten grasland vanaf de Woudsterweg tot aan de Heidelaan. Daarbij kwam nog dat de gemeente het jaar ervoor de houtwal in de berm, die de Heidelaan scheidde van het weiland van boer Hepkema, had weggeruimd.

Hoewel vader altijd ‘gek met bloemen’ was, kon hij de bloemen die de ijzige kou op de ramen van de slaapkamer produceerde niet echt waarderen.

De gemeente had handen vol werk om de wegen sneeuw vrij te maken, het duurde dan ook enkele dagen alvorens een shovel van de gemeente een weg door de sneeuwduinen op de Heidelaan kon banen.

De opgehoopte sneeuw deed aan Oostenrijk denken en dus… werd de carnavalskleding uit de kast gehaald.

Het ‘Heideblomke’ is er helemaal op aangepast, de bloementuin stond er prachtig bij, moeder Hasseltje was hier de beheerder van en ook haar liefde voor de bloemen was uit de prachtige tuin te lezen. Achter huis stond de bloemenkas, vader had een enorme voorraad aan stekjes van diverse soorten fuchsia’s gereed staan.

Vader wilde zaaien, planten, kweken, maar ook genieten samen met zijn Hasseltje. Kortom, het was tijd om met werken te stoppen en na 47 dienstjaren bij Wouda, was het op 1 januari 1980 de beurt om van elkaar te genieten en van ‘It Heideblomke’.

‘Van het concert des levens krijgt niemand een program’, zo stond geschreven op het tegeltje aan de wand. Vader Andries Mulder zou twee weken na te zijn gestopt met werken op 18 januari 1980 overlijden.

Moeder bleef achter in ‘It Heideblomke’, dat echter nooit meer zou bloeien.

Na zeven jaar besloot moeder dat het misschien beter was dat ik het huis zou kopen. En zo geschiedde het dat in 1987 wij, Henk Mulder en Willy Mulder-Brouwer met onze kinderen Jelmer en Nynke, het ‘Zwitserse huisje’ aan de Bieruma Oostingweg in Oranjewoud verruilden voor de Heidelaan 17.

Maar daar waar de tekst op het eerdergenoemde tegeltje voor mijn ouders gold, was het na zeven jaar ook op ons van toepassing want we besloten na onze scheiding het Heideblomke te verlaten en te verkopen.

Het leven aan de Heidelaan heeft mij veel kleur gegeven. Niet alleen dat ik het geluk heb gehad geboren te worden uit kleurrijke ouders, maar er waren ook altijd kleurrijke bloemen om mij heen. Verder werd er kleur aan mijn leven gegeven o.a. door de ‘Hakze Baktze Boys’. En niet te vergeten de visclub uit Oranjewoud, die door ‘omke Jan’ werd opgericht en cafetaria ‘Hakze’ als thuisbasis had, ‘Visclub Het haakje’. Het kleurrijke gezelschap ‘Cabaret selskip It Wâld’, waar ik jaren deel van heb mogen uitmaken. De kleur van toneelvereniging ‘Nocht en Wille’ en  niet te vergeten de kleurrijke mensen uit Oranjewoud die mijn leven kleur hebben gegeven zoals Klaas Bergsma.

Ik kijk terug op een kleurrijk bestaan. Een bestaan wat begon in ‘It Heideblomke’ aan de Heidelaan.

 

Hendrik Mulder.

Ook uw herinneringen delen?

Graag! Uw bijdrage is zeer welkom. Neem contact met ons op.