DE KONINGIN JULIANAWEG

ANNO 1948 – 1962

STICHTING ORANJEWOUD HISTORIE

DE GESCHIEDENIS VAN DE KONINGIN JULIANAWEG

Van het ontmoetingspunt “Burgemeester Falkenaweg”/”Tolhuisweg” in ongeveer oostelijke richting tot hotel ‘Tjaarda’ – kruispunt “Krukmanslaan”, “Albertine Agnesweg” en “Bieruma Oostingweg”.  Besluit naamgeving van 6 september 1948 en 19 maart 1962.

Bij de foto: in 1930 heette de Koningin Julianaweg nog gewoon ‘Straatweg’.

De Koningin Julianaweg

De weg heette eerder gedeeltelijk ‘Straatweg’ en ligt deels in Heerenveen en deels in Oranjewoud. Voor 1962 (ontwikkeling van het bungalowpark ‘Woudzoom’) liep de weg recht door tot aan “Krukmanslaan”/”De Blocq van Scheltingaweg. Het deel vanaf het kunstwerk (de herten van Anne Woudwijk) tot hotel ‘Tjaarda’ behoorde voor 19 maart 1962 tot de “Koningin Wilhelminaweg”. De “Prins Bernhardweg” behoorde vóór 19 maart 1962 tot de “Koningin Julianaweg”.

Volgens drs. Kramer, die in de dertiger jaren heeft gewerkt aan het verzamelen van gegevens voor een beschrijving van de geschiedenis van Heerenveen, moet deze weg (nu een deel van de “Koningin Julianaweg” en de “Prins Bernhardweg”) oorspronkelijk de oude weerdijk (leidijk) zijn geweest welke diende om het water van de moerassen in Het Meer te keren. In 1840 werd er het eerst een weg op aangelegd en wel door Mr. Lollius Adema, officier van justitie te Heerenveen en toen wonende op de boerderij ‘Meerzicht’. Het rijkstolhuis, dat stond in de tuin van ‘Blau Hûs’ is in dat jaar verplaatst naar de tuin van Wouda aan de onderhavige weg.

De weg werd omstreeks 1910 verhard en toen ‘nieuwe straatweg’ genoemd. De weg komt nog niet voor op de kaart van Schotanus/Halma van 1718, op die van Eekhof van 1848 is hij vermeld als ‘De nieuwe weg’.

Het kruispunt Koningin Julianaweg met de snelweg, gezien in westelijke richting, in 1986. Links garage Drost met de Texaco pomp, slagerij Ter Schure en bakker Van der Brug. Aan de overkant groenteman Schaaf.

We kwamen een interessant artikel tegen, geschreven door A. Taconis, in de Friese Koerier van 23 september 1960, toen de geheel vernieuwde weg werd opgeleverd.

De Julianaweg in Oranjewoud was voor vijftig jaar nog zandweg

In de jaren na de bevrijding zijn heel wat dorpen en steden snel gegroeid. Er is veel „doorgebroken”, nieuwe stralen en stratencomplexen met woningen zijn aangelegd en gesticht en overal heerst grote bouwactiviteit. Een van de dorpen, die sedert een ware gedaantewisseling hebben ondergaan is zeker Oranjewoud en dan speciaal het westelijk gedeelte, dat nu al enkele jaren ollicieel bij de plaats Heerenveen is gevoegd. Vier „lanen zijn in de loop van de jaren volgebouwd en ook aan de beide hooldstraten verrezen lal van nieuwe panden. De lanen zijn nu verhard en verbreed, de hoofd wegen verbeterd. Er is weinig ruimte meer en daarom heelt het gemeentebestuur besloten tot aanleg van een nieuwe verbindingsweg, die de grens zal vormen tussen het woongedeelte en liet boscomplex. De nieuwe brede Rijksweg 32 (voor welker aanleg een paar panden moesten worden weggebroken) loopt dwars door dit westelijke gedeelte heen.

De Koningin Julianaweg, toevoerader naar de Rijksweg, moet wel zeer speciaal genoemd worden: die is extra aangepakt met achter de bomen trottoirs en rijwielpaden en een brede, moderne en ’s avonds hel verlichte toegang. Het oude, witte tolhuisje contrasteert daar sterk mee.

Via een modern breed bochtensysteem bereikt men nu de Koningin Julianaweg. Aan beide kanten een rijwiel- en een voetpad.

Een heel verschil met een halve eeuw geleden, toen deze weg nog zandweg was, en nog weinig verkeer kende! De aanleiding tot dit stukje historie is nl. het feit, dat het dit Jaar 50 jaar geleden is, dat de raad van het toenmalige Schoterland besloot deze zandweg te verharden. Dat had toen echter heel veel moeite gekost. Oranjewoud was dun bevolkt en men redeneerde ln de raad zó, dat er reeds een verharde weg heen liep (de Prinses Wilhelminaweg van nu ls ongeveer 1870 verhard) zodat het geld van deze arme gemeente beter voor andere objecten kon worden gebruikt. Maar toen Plaatselijk Belang van Oranjewoud een belangrijke subsidie aan de raad ter beschikking stelde, was men spoedig besloten!

Ouderen hebben „De Zandweg”, zoals hij toen werd genoemd, nog wel in zijn vroegere staat gekend, met kuilen, gaten en plassen. Het hoofd der school, meester De Haan (later hoofd van de school te Heerenveen) schreef in oktober 1908 een brief aan de raad dat de toestand zó slecht was, dat hij herhaaldelijk reden tot schoolverzuim gaf omdat de kinderen er niet door konden komen!

Al in 1550

Op oude kaarten komt de Zandweg (laten we hem maar zo blijven noemen) slechts gedeeltelijk voor. Volgens onze oudste gegevens was hij er reeds in 1550, maar liep toen wat anders. In die tijd was ’t Meer een groot moeras, en om de landen van het Schoterwoud te sparen, had men een Leidijk aangelegd, die vanaf de grote weg ongeveer tot het witte brugje liep, en verder langs het voetpad over de heide, (denk aan: Heidelaan!) en uitkwam bij waar nu de steenhouwerij Eygelaar is. Toen de Dekema, – Cuick- en Foyts- veencompagnle in 1551 en latere jaren voor betere waterafvoer zorgde door de IJerensloot te laten graven, en later de Compagnonsvaart, had duidelijk geen doel meer en raakte in verval. Dit is duidelijk te zien op de kaart van Schotanus in 1720 waar hij slechts ten dele op staat.

De bekende landeigenaar Mr. Lollius Adema (die zijn buitenverblijf had op Klein Meerzicht, later eigen aan de familie Koop Bosma) heeft de oude Heidijk weer in ere hersteld. Hij  zorgde echter dat deze vanaf het witte brugje rechtdoor liep naar de Rijksstraatweg. In 1840-42 werd dit plan uitgevoerd na vele onderhandelingen met de diverse eigenaren. Adema kreeg het recht een tol op zijn nieuwe weg te plaatsen, en bouwde hiervoor het befaamde witte tolhuisje, dat daar als monument nog prijkt.

Het Rijk dat in 1828 bij de aanleg van de straatweg Leeuwarden – Zwolle ook verschillende tolhuizen had gebouwd, haastte zich het tolhek met de woning van de tolgaarder (staande in de tuin van Blauhûs) te verplaatsen naar het punt, waar de zandweg was en waar velen het nog gekend hebben in de tuin van Wouda. Sedert 1900 Is de tolheffing opgehouden en omstreeks 1930 Is het huis verwijderd.

Het is Mr. Lollius Adema financieel echter slecht gegaan. Hij liet veel ontginnen, maar de baten hiervan waren niet groot genoeg om het te kunnen volhouden, en bij vonnis van de Arrondissements Rechtbank te Heerenveen van 14 juni 1845 werd hij „verklaard in kennelijke staat van onvermogen”, en als zijn curatoren benoemd notaris G. Peeting, Mr. A. F. Jongstra en Mr. T. M. Wentholt allen te Heerenveen. Dit moet een geweldige slag voor hem geweest zijn, temeer daar hij toen ook als Officier van Justitie te Heerenveen zijn ontslag moest nemen, en zijn president Mr. C.H.S. van Boelens over hem dit vonnis moest uitspreken.

Met de meerderjarige kinderen van Adema maakten de curatoren een schikking in oktober 1847, daar zij natuurlijk rechten hadden op het geld van hun moeder (die stamde uit de bekende familie van Bienema op Veenwijk te Oudeschoot) en toen kon de boedel verder worden afgewikkeld.

Verkoping

Op 19 januari 1848 werd door notaris W. A. Everts van Oldeboorn, op verzoek van de curatoren, in het herenlogement van Barlage (nu hotel Vernimmen) een grote verkoping gehouden. Van deze veiling noemen wij slechts enkele percelen De plaats Meerzicht (nu Sierdsma), kocht Johs. Tuimelaar voor ƒ 24.341 (ongeveer 42 ha met een boerderij die pas was gebouwd!). Klein Meerzicht met moestuin en boomgaarden kocht de bekende buikspreker Simon Lantinga voor ƒ 4005 (zijn borg was Mr. E. R. van Bienema op Heremastate te Oudeschoot).

En de weg waar het ons nu om gaat, groot ruim 1 ha. kocht dr. Seerp Brouwer (wonend op Brouwershaven, nu de boerderij van L. Siebenga te Oranjewoud) voor ƒ 600, voor zich en mevr. de wed. Bieruma Oosting, Mr. H.W. de Blocq van Scheltinga, grietman van Schoterland en Mr. P. Heeringa Cats.

Het gedeelte van de Zandweg dat dr. Brouwer kocht, liep vanaf de Rijksweg tot de slagboom van de heer Van Dunné (deze woonde vermoedelijk in de boerderij, thans S. Tjepkema). Hoe deze “daar een slagboom'” mocht hebben heb ik nergens kunnen vinden.

Verhardingsplan 1866

Na het drama met Lollius Adema horen we een tijd lang niets over deze weg tot in April 1866 de gemeente Schoterland door haar gemeente-opzichter Roel Jans Brandenburg te Oudeschoot een plan tot verharding laat maken. Zijn plan was om de weg door te trekken langs de Krukmanslaan en de Tjeerd Roslaan naar Oudeschoot. Men weet dat de gemeenteraad nu onlangs tot verharding van de Tjeerd Roslaan heeft besloten. Nu blijkt dat Brandenburg dit plan reeds voor 90 jaar had! Zijn begroting was een straatweg van 3 meter breed te maken, die totaal ƒ 17.586.- zou moeten kosten. Hiervoor kan men tegenwoordig geen straat van ongeveer 3 k.m. maken! Ook diende hij een plan in om de weg door Brongerga door te trekken, langs Pauwenburg tot de boerderij bewoond door J. Dol, wat 3  1/2 k.m. zou worden en ƒ 17.801 moest kosten.

Op 15 april 1860 kwamen de belanghebbenden bijeen in „Heidewoud”. Hier bleek dat Mr. Heeringa Cats en Mr. de Blocq van Scheltinga reeds elk een deel van de weg hadden bepuind, en er dus nog maar ruim 2800 meter moest worden verhard wat op ƒ 14,46 zou komen. Het puin kostte toen ƒ 4.50 per m3. Echter vroeg Mr. Van Scheltinga voor de beide bruggen in de Lindelaan ƒ 3000.- (het ging dus om het plan naar Brongerga, het andere werd verzwegen) en voor de beide bruggen in de Zandweg moest ƒ 1000 worden betaald. (Bij onderzoek bleek ons dat de tweede brug in de Zandweg heeft gelegen ten oosten van de boerderij L. Siebenga). Men kwam niet tot een besluit, en het plan van Brandenburg bleef 40 jaar rusten.

Ca. 1910, de Zandweg in de oude kom van Oranjewoud

Plan 1908

Eindelijk op 2 april 1908 dienden Hielke J. Hornstra, veehouder, en Jacob G. Brouwer, timmerman, te Oranjewoud bij de raad van Sehoterland een verzoek in om een eind te maken aan de slechte toestand van de Zandweg, en deze te verharden vanaf het Tolhek bij de Rijksstraatweg tot het dorp Oranjwoud. De eigenaren waren bereid deze weg in onderhoud en beheer aan de gemeente over te dragen, behoudens het houtgewas en een stuk van de Krukmanslaan. Ze zouden tevens ƒ 5500 ter beschikking van de gemeente stellen, binnen twee maanden nadat het besluit tot verharding was genomen. Echter behield de graaf Van Limburg Stlrum het recht enkele dagen per jaar het stuk vóór de Tent af te sluiten.

B. en W. waren sterk gekant tegen het laatste, maar de graaf hield vol. Merkwaardig is te lezen dat een argument van B. en W. dat bij deze voorwaarde de Staten geen 15 procent steun zouden geven, door de Graaf werd afgeweerd met een bericht van de Gedeputeerde Mr. Van Welderen Rengers dat dit bij Ged. Staten geen bezwaar zou maken, zodat B. en W. moesten toegeven. Op 24 juni 1908 nam de gemeente de weg in onderhoud en beheer over, en even later kon de ijverige commissie berichten dat de belanghebbenden hun steun verhoogden tot f 7000. Daar de begroting van Hornstra en Brouwer voor deze 1800 meter weg (2.80 breed) slechts ƒ 10.000 was en er ƒ 7.000 steun bij kwam (behalve nog wat de provincie zou geven) is het onbegrijpelijk dat men er niet direct mee begonnen is.

Een heel jaar liet men voorbij gaan! De raad had het plan goedgekeurd op 7 dec. 1908 en Gedeputeerden op 4 febr. 1909, en eerst maart 1910 lezen we een advertentie in Hepkema’s Courant dat de aanbesteding op 6 april zou worden gehouden in het gemeentehuis van Schoterland, waar de bestekken voor 50 ct. te krijgen waren.

De weg werd 1660 meter lang en de aardebaan 7 m. breed, het klinkerdek 2.80 m. Men moest eerste klas Waal-straatklinkers gebruiken, en voor de pompen 20 cm. gresbuizen. De veenlaag moest op sommige plaatsen worden uitgegraven, en door zuiver zand vervangen. Tevens werd de weg tijdelijk afgesloten, behalve voor de aanwonenden.

Het witte brugje moest 30 cm. verlaagd worden en 1 m. breder worden gemaakt. Er waren 16 Inschrijvers. De hoogste was K. F. Bosma te Bovenknijpe ƒ 12.678 en de laagsten Johs, de Haan en K. Hartstra te Heerenveen ƒ 9400, aan wie het werk werd gegund. Bij een begroting van ƒ 10.058,43 van opzicher Straatsma, werd deze weg met de steun van de inwoners dus een goedkoop zaakje voor onze gemeente, en hoefde men geen baatbelasting in te voeren.

Oranjewoud kon zich gelukkig prijzen van deze modderpoel af te zijn. Het dorp had een grote eensgezindheid tegen dit algemeen belang getoond!

Tips of meer informatie?

Graag! Uw bijdrage is zeer welkom. Neem contact met ons op.