Over de tijd dat Nederland bezet was door de Duitsers zijn zeer veel boeken geschreven. Ook is er veel opgeschreven in dagboeken e.d. Daarnaast is veel vastgelegd op foto en film. Kortom een onuitputtelijke bron van gegevens. Ook aan Oranjewoud ging deze donkere periode niet onopgemerkt voorbij.
STICHTING ORANJEWOUD HISTORIE
DUITSE BEZETTING 1940-1945
Een Duitse soldaat, gekerfd in een beukenboom.
Het begin van de bezetting
Voordat de Duitse soldaten verschenen kwam er eerst een grote groep/optocht van vluchtelingen door Oranjewoud. De Wâldsters (“ramptoeristen”) stonden langs de kant van de weg naar deze bijzondere optocht te kijken, alsof het een allegorische optocht was. Een groep mensen in nood op paard en wagen, handkarren, bakfietsen enz. De meeste Wâldsters zagen het nut van vertrekken niet in, rondom waren Duitsers, je kon nergens heen.
Het begin van de oorlog
“In de meidagen van 1940 werd ons land onder de voet gelopen door de Duitsers. Hiermee brak opnieuw een benarde tijd aan. Met dit binnendringen van de Duitse troepen gingen de meest ongebreidelde fantasieën gepaard. Zo vertelde men in Heerenveen, dat Steenwijk “Plat” lag. En omgekeerd vertelde men in Steenwijk elkaar, dat “geen der Heerenveensters een Duitse beschieting zou hebben overleefd”. Gelukkig viel dit alles nogal mee. Zo opende Gaastra zijn Batavus fietsenfabriek alweer op de 14e mei. In verband met de schaarste aan benzine, verwachtte hij een toenemende vraag naar transportfietsen. Ook andere fabrieken gingen al spoedig weer open. Maar dit duurde slechts kort, omdat ze moesten dienen voor de legering van krijgsgevangenen.
Zo hernam het gewone leven langzamerhand weer haar gang. Getuige ook de volgende advertentie:
Zangvereniging “Us Sjongen” te Heerenveen
Repetities worden hervat op donderdag 23 mei a.s.
Zaal Ekkers, ‘s-avonds om 8 uur
De vijf Duitse bezettingsjaren
De ondergedoken jonge mannen, geselecteerd voor arbeid in Duitsland, die op onderduik adressen werden opgepakt, werden ook naar kampen afgevoerd. Eveneens degenen die onderdak hadden verleend. Velen zijn door de Duitsers gefusilleerd. Ook werden goederen in beslag genomen, zo werden bijvoorbeeld fietsen gevorderd. Of de klokken uit de kerktorens en klokkenstoelen, werden verwijderd en afgevoerd naar Duitsland.
Voor boodschappen en kleding werden de zogenaamde bonkaarten ingevoerd. Iedere Nederlander moest een zogenaamd persoonsbewijs hebben.
In de bezettingstijd had je mensen die heulden met de Duitsers maar nog belangrijker, ook mensen die in het verzet kwamen tegen het Duitse regime. Onder de Wâldsters was het al niet anders dan elders in den lande. Hier had je ook mensen die sympathiseerden met het gedachtegoed van het Nationaal Socialisme de zogenaamde NSB-ers. Daarnaast had je inwoners van Oranjewoud die actief waren in het verzet. Ook vonden redelijk veel mensen, o.a. joden, een onderduikadres in ’t Wâld.
Oranjewoud met de bossen en tussenliggende weilandjes was uitermate geschikt voor militaire oefeningen. Hiervan werd door de Duitsers veel gebruik gemaakt. De rekruten verbleven in de ambachtsschool te Heerenveen en marcheerden dagelijks onder het zingen van marsliederen naar Oranjewoud. Het waren veelal jonge Duitse militairen die een korte basistraining kregen en dan naar het oostfront werden gestuurd.
Zo werd het ‘Woutersbergje’ geschikt gemaakt tot kogelopvang van de schietbaan (gewoon een grote hap grond eruit). Op de percelen land met aangrenzend bos van de Boerderij Donglust vonden veel militaire oefeningen plaats. Hierover heeft, de inmiddels overleden boerin, (in de oorlogsjaren een ‘jongfaam’), veel verteld.