STICHTING ORANJEWOUD HISTORIE

KLEIN JAGTLUST

Pieter Heringa Cats (1823-1880) erfde van zijn grootouders en zijn vader Adrianus in 1841 verschillende landerijen en bossen in Oranjewoud waaronder het perceel waarop later het buiten “Klein Jagtlust” zou worden gebouwd.

KLEIN JAGTLUST

Naast Landgoed Oranjewoud en Oranjestein is Klein Jagtlust het derde landgoed in Parkgebied Oranjewoud. Dit landhuis is van de hand van architect Jacob Izaäks Douma. Eerste eigenaar Pieter Heringa Cats liet het landhuis bouwen in 1856.

Het terrein werd in 1855 bouwrijp gemaakt; als architect was aangetrokken Jacob Izaäks Douma, een destijds bekende Leeuwarder ontwerper van fraaie herenhuizen en kapitale boerderijen. In 1856 begon men met de bouw. De tuinaanleg werd opgedragen aan Johann Nicolaas Heinrich Meijer, logementhouder van “Heidewoud”, tegenwoordig Hotel “Tjaarda”. Meijer was, voordat hij logementhouder werd, tuinman op huize “Oranjewoud”.

Klein Jagtlust in de herfst van 2020. foto@Wiep.frl

De eerste steen werd gelegd op 17 augustus 1856. Het gepleisterde gebouw bestaat uit een souterrain, twee bouwlagen en een schilddak. In 1867 volgde de eerste verbouwing. In 1875 vond er een voor de bewoners ingrijpende gebeurtenis plaats, toen huisknecht D. Garritsen de werkster J. Bakker vermoordde. Naast de ingang herinnert een gedenksteen aan de verbouwing in 1876. De gevels van het in neoclassicistische stijl gebouwde landhuis worden geleed door Korinthische pilasters. De balustrade van het balkon boven de ingang is gedecoreerd met een hertenkop. Boven het balkon bevindt zich een venster met een klok. Het huis is een rijksmonument.

Het oorspronkelijke pand was rechthoekig met een hoog voorhuis met neoclassicistische gevel, gebouwd op een kelder en bestaande uit twee bouwlagen. Het achterhuis was lager, maar werd in 1867 alsnog verhoogd; gelijktijdig vond een aanpassing van het interieur plaats.

Overige rijksmonumenten op het landgoed

De overige rijksmonumenten op het terrein zijn:
  • De voormalige tuinmanswoning, in 1876 ook ontworpen door Jacob Izaäks Douma.
  • Stenen koetshuis. Het gepleisterde gebouw met woning is voor 1858 gebouwd en volgens een gedenksteen in 1873 vergroot.
  • Houten koetshuis. Naar een ontwerp van architect Jacob Izaäks Douma.
  • Houten prieeltje. Het prieel is draaibaar, heeft een servieskast en is zeldzaam in zijn soort.
  • Tuinvaas. Dit verjaardagsgeschenk uit 1937 voor de heer Van Duijl heeft een decoratieve waarde en cultuurhistorische betekenis.
  • Park- en tuinaanleg. Een 19e-eeuws landschappelijk park met oude lanen, boomcirkels en een hertenkamp. Het werd aangelegd door Johann Nicolaas Heinrich Meijer, tuinman van landgoed Oranjewoud.
  • Hek. Een gietijzeren toegangshek met daarop de naam Klein Jagtlust en anno 1856.
De tuinmanswoning van Klein Jagtlust. foto@Wiep.frl

Bij dit landgoed hoorden verschillende boerderijen, waaronder de nog bestaande hoeve Maria Albertina, vlakbij de school. Ook ten westen hiervan bezat Heringa Cats grond. Ten behoeve van de bouw van de school heeft hij toen een perceel land aan de gemeente verkocht

Intussen was Pieter Heringa Cats getrouwd met Jonkvrouw Maria Albertina de Rotte (1823-1879). In 1876 volgde een tweede verbouwing, waarbij de achterzijde werd vergroot en aan de westzijde een uitbreiding kwam met een tussenkamer en een koepel (in 1912 werd door de toenmalige eigenaar deze uitbreiding vervangen door een kleine serre).

Moord op Klein Jagtlust

Annecdote

In 1875 vond er een voor de bewoners ingrijpende gebeurtenis plaats, toen huisknecht Derk Garritsen de werkster Ina (Jennikjen) Bakker vermoordde. Hij deed dit, omdat zijn liefde niet beantwoord werd. Wellicht was bij dit voorval van invloed dat mevr. Heringa Cats-de Rotte kort daarvoor de werkster te kennen had gegeven, dat zij haar niet in dienst wilde houden als zij verkering zou hebben met de huisknecht.

De huisknecht werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaar.

Pieter Heringa Cats verdeelde miljoenen

Op 22-08-1880 stierf Pieter Heringa Cats op 56-jarige leeftijd op het buiten “Klein Jagtlust” te Oranjewoud.

Pieter Heringa Cats was ridder in de Orde van de Eikenkroon en vanaf 1877 raadslid van Schoterland en majoor-kommandant van het 4e bataljon rustende schutterij in Friesland.

Al een paar dagen na het overlijden deden in Oranjewoud en omgeving fantastische geruchten de ronde. Geruchten, die alle grond van waarheid bleken te hebben want bij testament was ongeveer 3/4 deel van de miljoenenerfenis van het kinderloze echtpaar bestemd voor legaten.

J. Bieruma Oosting, wonende op “de Tent” in Oranjewoud en naaste bloedverwant van de heer Cats, was zijn erfgenaam, maar hij kreeg dus maar een “betrekkelijk klein” deel.

Vooral zijn personeel had mr. Heringa Cats rijkelijk bedacht, wist de krant mee te delen:

Zijn rentmeester Antoon Reinhard Uhl kreeg f 100.000
De tuinman, Jan Sipkes Brandsma, eveneens f 100.000
De koetsier Coenraad Stolberg f 50.000
De “boedel-beredder” te Echten, Harmen Everts Kluwer, f 50.000
Diens moeder Metje van Eyck f 20.000
Twee van de vaste arbeiders Sake Alberts Bosma en Pieter Woudstra* f 25.000
Een andere, Gerrit Tadema, f 10.000
Zijn timmerman Jentje Haanstra en eveneens f 10.000

Pieter Heringa Cats stierf, slechts 56 jaar oud.

Vier personeelsleden hadden hun zonen naar Cats vernoemd. Pieter Uhl, Pieter Brandsma en Pieter Stolberg kregen allen f 10.000. De vierde Pieter Bosma was kort voor Cats overleden en kon hiervan niet genieten. Voorts waren er kleinere legaten aan zijn personeel: alle vaste arbeiders kregen f 200 per jaar en de dienstboden Lutske Keuning, Joukje Leertouwer, Anna Woudstra, en Trijntje Schotanus kregen jaarlijks een uitkering variërend van f 150 tot f 500. Werkster Anna van der Veen kreeg een jaarlijkse toelage van f 100

Verder bezat hij o.a. 23 huizen en boerderijen met 280 ha. land in de omgeving van Oranjewoud en elders in Friesland nog eens 30 boerderijen met meer dan 900 ha. land, wat toen op meer dan 1½ miljoen gulden werd geschat.

Bij zijn landgoed behoorden verschillende boerderijen, waaronder de Maria Albertina hoeve en Semper Virens, de nog bestaande boerderijen aan de huidige Prins Bernhardweg. Tussen deze boerderijen bezat hij ook grond. Ten behoeve van de bouw van de lagere school van Oranjewoud in 1879, heeft hij een perceel van deze grond aan de gemeente verkocht. Tot het landgoed behoorden verder o.a. de  boerderijen, gelegen aan de Koningin Julianaweg, Donglust en Stercorando aan de W.A. Nijenhuisweg te Katlijk.

BOERENBOELGOED VAN DRIE DAGEN

Geen wonder dat het boelgoed in brede kring belangstelling trok. Het duurde drie dagen; dinsdag 1, woensdag 2, en donderdag 3 april. Vooral de eerste dag was de toevloed van adspirant-kopers en nieuwsgierigen zo groot, dat “het leek of het Schotermarkt was”. De leiders van de verkoop waren de heren Antoon Reinhard Uhl te Oranjewoud, rentmeester van de heer Pieter Heringa Cats en notaris K.W. Wierda te Heerenveen.

Tabakspruim

Een annekdote

Toen hij de nieuwe serre van “Klein Jagtlust” had laten bouwen, nodigde Heringa Cats al zijn hele personeel uit om de nieuwbouw te komen bezichtigen. Bij deze gelegenheid bood hij hen een drankje aan. Toen er voor de mannen ook nog sigaren werden gepresenteerd, had één van de tuinlieden een probleem. Hij moest zijn tabakspruim kwijt en dacht handig te zijn door deze snel naar buiten te gooien. Maar hij had niet in de gaten dat er nu overal glas zat en de pruim bleef als een ster op het glas kleven. Mr. Cats vond dit zo leuk, dat deze ‘versiering’ de hele middag moest blijven zitten.

Deze foto is genomen voor 1880 bij de zogenaamde “Eekhoornkooi” in de tuin van Klein Jagtlust. Het zijn de personeelsleden van de familie Heringa Cats. Op de achtergrond (links) staat mr. P. Heringa Cats.

Op deze vergeelde foto ziet u van links naar rechts: Joukje Leertouwer, linnenmeisje. Zij is later gehuwd met A.S. Bosma , timmerman te Heerenveen. Als tweede van links zit Anna-Veronica Comello, later gehuwd met Hein van der Veen, schilder in Oranjewoud. Dan staande Ytia Tjaarda, gehuwd met Tj. Joustra (hij staat ook op deze foto), later caféhouder (zij zijn de tante en oom van Adreas Tjaarda). De oude dame met de muts is Fimke Bosma, de echtgenote van Jan Brandsma (tweede heer van rechts).
Achter het rechter tafeltje zit het keukenmeisje Lutske Keuning en daarnaast staat Tine de Vries, later gehuwd met B. van der Pol, caféhouder in “De Tent” te Oranjewoud. Naast Tine de Vries staat Jan Brandsma, tuinman. Hij was de vader van A. Brandsma Jzn. (timmerman te Heerenveen) en van S. Brandsma (eerste ambtenaar ter secretarie te Aengwirden en later gemeentesecretaris in ’t Bild) en van S. Brandsma (arts te Gorredijk).
De dame uiterst rechts is Anna Woudstra, werkster. Zij huwde later met D. Lantinga (Terband en De Knipe). Dan volgt Tj. Joustra, later logementhouder in logement “Heidewoud” (Tjaarda) en daarna in Veensluis (het Meer).

1911-1940 - Mr. Dirk Zeeger van Duyl

Nieuwe eigenaar

In 1911 werd het landgoed Klein Jagtlust aangekocht door Mr. Dirk Zeeger van Duyl en zijn vrouw Rita Gustava Wilhelmina Sprenger uit Leeuwarden voor een bedrag van 24.000 gulden.

De vader van Rita Gustava Wilhelmina Sprenger was directeur-eigenaar van de Leeuwarder Courant. Het echtpaar van Duyl is 28 jaar getrouwd geweest. Mevr. Van Duyl overleed in 1925 te Oranjewoud. Dirk Zeegers van Duijl bleef als weduwnaar in Klein Jagtlust achter.

Dienstbode Bertha Mulder

Een aantal jaren later trad Bertha Mulder in dienst als dienstbode. De voorkeur van de bewoners van de landgoederen ging veelal uit naar de meisjes uit de omgeving, ook omdat de antecedenten gemakkelijk waren te achterhalen. Lees meer… >

Op  10 april 1940 overlijd de heer van Duyl op 82 jarige leeftijd. Hij is tot zijn laatste dag verzorgd op Klein Jagtlust.

Dhr. Mr. Dirk Zeegers van Duyl

1940 - J.B. Kemper en T. Lups

Nieuwe eigenaar

Klein Jagtlust gaat over in andere handen en ondergaat een metamorfose. Het landhuis doet in het vervolg dienst als ’tehuis voor bejaarden’, aldus de advertentie. Men kan ‘een dame, heer of echtpaar opnemen’…

Klein Jagtlust als Rust- en Herstellingsoord

Eigenaren Klein Jagtlust

Tot 1841 zijn de diverse bezittingen in gemeenschappelijk eigendom bij familie Cats en familie Bieruma Oosting, waaronder het perceel grond waarop in 1856 het Klein Jagtlust gebouwd werd.

1841: Pieter Heringa Cats
1880: Johannes Bieruma Oosting
1902: Gerrit Ferdinand Oosting
1911: Dirk Zeeger van Duijl
1940: J.B. Kemper en T. Lups
1969: G. Gaastra
1985: Firma Smilde B.V.
2020: Cats en Cees B.V. (C. en A. de Wolff)