In de Leeuwarder Courant van 8 februari 1901 staat de volgende mededeling: “Aanbestedingen. Sneek, 6 Februari. Uitslag der alhier gehouden aanbesteding door de gemeente Wijmbritseradeel van de levering van 1200 stêre grint en 400 stère basaltslag. Ingeschreven was per stère, in massa door J. Weener te Hasselt ƒ 3,40 en door A. J. van der Vecht te idem ƒ 4,25. Door R.. van der Meer te Lemmer was ingeschreven op perceel I ƒ 4,05 en op perc. II ƒ 3,95 per stère, terwijl door A. J. Leenstra te: Nijezijl op het 2e petc. ƒ 2,98 per stère was ingeschreven. Het eerste perc. is gegund aan J. Weener te Hasselt en het 2e perc. aan A. J. van der Vecht te Hasselt voor ƒ 6,75 per stère-.”
STICHTING ORANJEWOUD HISTORIE
Hotel Weener
De geschiedenis van Weener
De moeder van Jan overlijdt en zijn vader trouwt voor de tweede keer. Maar met zijn stiefmoeder kan hij het niet goed vinden, reden voor Jan om het huis te verlaten. Hij vertrekt naar Heerenveen waar hij bij Machinefabriek Mebius aan de Dracht/Molenwijk werk vindt als boekhouder.
Op 14 december 1884 wordt in Zwolle Korneliske Kuperus geboren. Haar ouders zijn Jouke Kuperus en Tietje Twijnstra. Het gezin verhuist naar Oudeschoot waar Kuperus stationschef wordt. Korneliske leert voor naaister en geeft later naailes. In haar vrije tijd werkt ze in pension Tolman, Klein Veenwyck, aan de Tjeerd Roslaan.
Jan en Korneliske leren elkaar kennen in de kerk. Jan is muzikaal en bespeelt in de Nederlandse Hervormde kerk van Oudeschoot het orgel. Onder de kerkgangers bevindt zich ook Korneliske.
Het jonge paar trouwt in 1908. In de huwelijksacte, opgemaakt in de gemeente Schoterland, staat: Man: Jan Weener, oud 24 jaar, geboren te Hasselt, provincie Overijssel. Ouders: Jan Weener en Gerrigje van de Vegte. Vrouw: Komeliske Kuperus, oud 23 jaar, geboren te Zwolle, provincie Overijssel. Ouders: Jouke Kuperus en Tietje Twijnstra. Datum: 27 februari 1908, akte nummer 10.
Lees de hele geschiedenis van Hotel Weener in de tijdlijn hieronder.
Grote brand verwoest Hotel Weener
Twee verdiepingen van het drie etages hoge gebouw werden een prooi van een hardnekkig vlammenzee, waaraan de Heerenveense brandweer, uitgerukt met drie wagens en later versterkt met een vierde – zeker drie kwartier lang, eerst ernstig gehandicapt door een te geringe druk op de waterleiding, de handen vol had. De schade wordt op zeker enkele tonnen geschat – ook in het restaurant op de begane grond hebben de vele duizenden liters bluswater enorme schade aangericht. Hotel Weener had een logiesaccommodatie van 20 bedden. Er waren dit weekeind geen logiesgasten.
Een voorlopig onderzoek heeft geen aanwijzingen opgeleverd over de oorzaak van de brand, die tegen twee uur uitbrak. De exploitant, de 31-jarige W. Koek, had het hotel nog geen tien minuten geleden verlaten om de wedstrijd Heerenveen-Blauw Wit bij te wonen, waar hij van de onheilstijding op de hoogte werd gebracht. Ook een tiental leden van de vrijwillige Heerenveense brandweer werd onder de wedstrijd opgeroepen met spoed naar Oranjewoud te komen.
Vast staat dat de vuurhaard moet worden gezocht op één van de tien logeerkamers die voorzien zijn van gasverwarming. Het vuur brak uit aan de noordzijde van het hotel in een onbewoond logeervertrek vrijwel boven de keuken. In een ommezien verspreidden de later hoog uit het dak slaande vlammen zich via de centrale trappenhal over de gehele etage en vandaar naar de zolderverdieping, waar het vuur zich gretig nestelde in een hoeveelheid reservebedden. Minutenlang kolkten de vlammen dreigend het dak uit.
De brandweer had de grootste moeite het vuur te lokaliseren, vooral doordat men kreeg te kampen met een veel te geringe druk op de waterleiding, waardoor minutenlang slechts een dun straaltje water kon worden gegeven. Een motorpomp op een moddersloot aan de overzijde van het brandende gebouw loste het euvel maar ten dele op. Pas nadat over langere afstand een vierde spuit was ingezet kon eerst voldoende water worden gegeven. Toen ook leverde een telefoontje naar Bergum om meer druk op de waterleiding resultaten op.”