STICHTING ORANJEWOUD HISTORIE

PAUWENBURG

Hoelang er al bebouwing is geweest op deze plek valt moeilijk te zeggen. Maar het is wel duidelijk dat hier al jaren bewoning was voordat Ernst van Haren hier zijn buiten ‘Pauwenburg’ liet verrijzen.

Daarvoor was het grondgebied, met bebouwing, eigendom van de familie van Oenema, ‘Oenema State’ genaamd.

PAUWENBURG IN BRONGERGEA

Uit het overzicht van bewoners vanaf 1640 blijkt het buiten met naastgelegen boerderij naast de families van Haren en Oenema vele eigenaren/bewoners heeft gehad. Deze maakten veelal deel uit van vooraanstaande regentenfamilies in dienst van de overheid.

De laatst bekende uit deze regententak was de Hans Willem de Blocq van Scheltinga die hier gewoond heeft van 1825 tot 1830. Hij laat in 1829 het buiten Oranjewoud bouwen en vestigt zich daar ook. Pauwenburg wordt dan verhuurd aan Jan Berend Wouters.

In 1841 wordt op 23 mei de eerste steen gelegd, door de zesjarige Daniel de Blocq van Scheltinga, van het pand zoals het tot aan de sloop in Brongergea heeft gestaan.

In 1959 verkoopt de Blocq van Scheltinga Pauwenburg en overige bezittingen aan verzekeringsmaatschappij Aegon.

In 1975 wordt Pauwenburg gesloopt. De naastgelegen boerderij wordt dan bewoond door familie Anne de Jong en Hammie Keulen met hun drie kinderen Jan Hennie en Ferdinand. Anne de Jong was een van de weinige boeren die het Friese Roodbonte Vee fokte.

In 1999 valt dan definitief het doek over Pauwenburg als ook de laatste bewoners van de boerderij vertrekken. De Boerderij wordt gekocht door L. Nieuwe Weme die het pand afbreekt en er een nieuwe woonboerderij laat bouwen. Bij de sloop stuit men op oude fundamenten en een rioolstelsel en een wagenwiel wat gebruikt is als mal voor en te bouwen waterput.

In het boek ’t Gea fan Bronger’ is van alles te lezen over de historie en dat er na 1840 ontelbare huurders op Pauwenburg en de naast gelegen boerderij gewoond hebben.

Brief van de Blocq van Scheltinga, v.e wacht in Brongerga

21 december 1828

 

Mijnheer en vriend,

 

Gisteren avond mij door Bonne Wiegers de Boer een resolutie aan Grietman en assessoren ter hand gesteld, zijnde betrekkelijk het houden van een wacht van het gehucht Brongerga achte ik het mijn pligt U te verzoeken mijn mening ten dezen wel te willen brengen waar dezelfde beoordeeld moet worden.

Misschien is over het hoofd gezien, dat deze kleine ….. slechts negen huizen bevat int welke op heden met moeite 13 wachthoudende personen gevonden worden.

Daar een wacht toch wel niet minder dan uit twee personen/man kan bestaan, zou drukker wordt in vergelijking van andere …. , waar dezelve nauwelijks om de veertien dagen a drie weken rond loopt en ik overtuigd ben, dat dit wellicht niet zo zal overwogen zijn, zo is mijn vriendelijk verzoek aan U Mijnheer, de Heer Grietman daaromtrent in bedenking te willen geven, niet dat ik mij oppeneer tegen een besluit van dien aangaande, of de buurten van Brongerga en het oranjeWoud niet tezamen genomen konden worden, terwijl wij als dan naar mijn oppervlakkige berekening een dertigtal wachthoudende zouden hebbenen de wacht genoegzaam zouden zijn als ondervinding van vroegere jaren …. wij als dan in ene meerdere verhouding tot ander dorpen zouden komen en indien het dan hun Grietman moet behagen dit voorstel te aproleren, zal ik wel zorgen dat de wacht zijn plicht betracht.

Doch moet ik tevens openhartig bekennen, dat hiervoor geen gelegenheid is, waar de menschen, die de wagt hebben, zich enigszins kunnen uitrusten, het niet van ieder zijne bediende te vergen is van ’s avonds elf, tot ’s morgens vijf uur in het weer dat wij thans dagelijks hebben te moeten rondkruisen, en den drie malen in de veertien dagen, tewijl in het voorgestelde door mij onder ons toeverzicht en verantwoording een gelegenheid konde geschapen worden, waar de wachthouders dan zich van een kom koffie en een half … zittend konden voldoen, en ik overtuigd ben, dat dit de gevoelens van de bewoners van deze streek in het algemeen is, zo hoop ik en vertrouw ik, dat deze billijken klagt mag veranderd worden.

Hierop eenig antwoord terug verwachtend, heb ik de eer te tekenen

 

Uw vriend

H.W. de Blocq van Scheltinga

 

Pauwenburg den 21e Dec. 1828

Tijdlijn van Pauwenburg

vóór 1640

Kolonel Jacques van Oenema in bezit van de boerderij

1646

Geërfd door oomzegster Catharina van Oenema. Daarna uitgebreid door aankoop aangrenzende percelen.

ca. 1680

Ernst van Haren (1623-1701), echtgenoot van Catharina, laat buitenverblijf aanleggen.

ca. 1690

De familie van Haren komt in het bezit van het buiten, dat later “Pauwenburg” zou worden genoemd, doch aanvankelijk “Oenema-Saate” heette.

1722

In het bezit van Willem van Haren (1655-1728)

1728

In het bezit van Duco van Haren (1746-1801), zoon van Willem. Vervolgens eigen aan Onno Zwier van Haren (1713-1779, een neef van Duco.

1759

Verkocht aan grietman Menno Coehoorn van Scheltinga (1701-1777) voor 11.300 goudguldens.

De koop betrof “Seekere heerlijke zathe en landen, van ouds genaamt “Oenema Staate”, met zijn huysinge, schuuren, bomen en plantagiën c.a.”

1777

Geërfd door zijn weduwe Martha Kinnema van Scheltinga (1706-1788). Het huwelijk was kinderloos

1788

Geërfd door neef (tantezegger) Martinus van Scheltinga (1736-1799), gehuwd met Wiske van Bouricius (1742-1795)

1799

Geërfd door hun zoon Menno Coehoorn van Scheltinga (1778-1820)

1801

Gekocht door diens oudere broer Daniël de Blocq van Scheltings (1767-1816), gehuwd met Mintje Wiarda (1776-1802)

1804

Pauwenburg wordt verbouwd door toevoeging van twee nieuwe kamers aan de oostkant van het gebouw. Daniël vestigt zich met zijn tweede vrouw Sjoerdtje Wierdina Wiarda (1765-1820) in het buiten.
1816

Hans Willem de Blocq van Scheltinga (1802-1864) universeel erfgenaam, waaronder het buiten en de boerderij Pauwenburg; zijn moeder Sjoerdtje Wiarda krijgt het vruchtgebruik.
1820

Moeder Sjoerdtje Wierdina Wiarda komt te overlijden.
1825

Hans Willem vestigt zich met zijn echtgenote Wikje Minnema de With (1805-1829) op het buiten.

Hans Willems laat in 1829 het buiten “Oranjewoud” bouwen en vestigt zich daar ook.

1830

Pauwenburg wordt verhuurd aan Jan Berend Wouters.
1832

Buiten en boerderij bouwkundig met elkaar verbonden.
1836

Bijgebouwen afgebroken, w.o. ook stallen.
1841

Grondige verbouwing. Eerste steen op 23 mei gelegd door de zesjarige Daniël de Blocq van Scheltinga (1935-1878)

De functie van buitenverblijf ging hierbij verloren en werd gewijzigd in woonhuis.

1859

Bauke Sijbrens Woudstra (afkomstig van de Prinsenhoeve) wordt huurder van de boerderij voor 10 jaar.

Daarna bleef de familie Woudstra huurder: zoon en kleinzoon werkten hier als boer tot ná 1905.

De appel en perenoogst was bestemd voor de bewoners van “Oranjewoud”. (In 1915 bestond deze overeenkomst nog!)

1860

Ingrijpende verbouw

Boerderij ingrijpend verbouwd. De oude kop-rompvorm werd in ‘stelp’ gewijzigd. Er achter werd nog een schuur geplaatst.
1864

Door vererving in het bezit van van Hans Willem de Blocq van Scheltinga (1836-1906), in 1865 getrouwd met Elske van Heloma (1844-1912), een dochter van Marcus van Helema (huize “Voormeer”).

1875

Verbouwing

Woning aan achterzijde uitgebreid, vergroting van de schuur van de boerderjj.

1906

Verbouwing

Geërfd door Maria de Blocq van Scheltinga (1879-1942), in 1911 gehuwd met Charles L.A.J. graaf van Limburg Stirum (1877-1931).

1912-1913

Verbouwing

De verbinding boerderij-woning vervalt. Het pand wordt ingericht als woning voor vier gezinnen. De boerderij krijgt een nieuwe voorgevel, ongeveer gelijk aan die van de boerderijen “Moskou” en “Donglust.

1942

Door vererving in bezit van jhr Martinus de Blocq van Scheltinga (1900-1961), een achterneef van Maria gravin van Limburg Stirum, gehuwd met Ceclia J. gravln van Limburg Stirum (1902-1953)

1957

Verbouwing

De woning aan de achterzijde ingekort.

1959

Verkocht

Het bezit van jhr. M. de Blocq van Schelting verkocht aan een verzekeringsmaatschappij (later Aegon). Pauwenburg was toen 200 jaar in eigendom van de familie van Scheltinga geweest.

1961

Verbouwing

Gevel boerderij gemoderniseerd (o.a. grotere ramen).

1974

De laatste bewoners van de woning aanvaarden een vervangend onderkomen.

1975

Afbraak

De woning wordt afgebroken op gezag van de eigenaar (verzekeringsmaatschappij).

Huurders van de boerderij waren o.a. Piekeboor en De Jong.

1999

Boerderij met grond gekocht door L. Nieuwe Weme.

Het pand wordt afgebroken en vervangen door een woning met boerderij-karakter en een (paarden)stal.

Tips of meer informatie?

Graag! Uw bijdrage is zeer welkom. Neem contact met ons op.